Constant is promovendus aan de Radboud Universiteit. Hij doet onderzoek naar de relatie tussen plantensoorten en bestuivers. Dat doet hij onder andere op de bloemrijke dijken die door De Ploegdriever worden beheerd. Hij keek bijvoorbeeld naar het effect van maaien op het gedrag van insecten. Daarover later meer.
Uit Constants lezing konden we leren dat een soortenrijk landschap (of tuin) beter is voor bijen. Sommige bijen hebben een voorkeur voor een speciale plant. Sterker nog: hun lijf is er helemaal op aangepast. Dus: hoe meer soorten bloemen, hoe groter de kans dat iedereen aan zijn trekken komt. Ook weten bestuivers beter hun weg te vinden naar inheemse soorten dan ‘tuinvarianten’.
Maar waarom is het belangrijk dat we veel bestuivers houden? Zonder bestuivers (voornamelijk bijen en hommels) zouden we het zonder een heel aantal groenten- en fruitsoorten moeten doen. Geen appeltje tussendoor of een tomaat op ons broodje gezond. Dat zouden we niet graag missen, toch?
Maaien heeft, zoals gezegd, effect op bestuivers. Je jaagt er een aantal soorten mee weg. Wat overblijft, past zich aan. Stof tot nadenken voor beleidsmakers, dus!
En wat betekenen Constants bevindingen voor de bloemrijke akkerranden in onze gemeente? Dit is een project waarin de Ploegdriever samen met de gemeente optrekt in het kader van het Landschapsontwikkelingsplan (LOP).
Nou, onder andere dat het belangrijk is om:
- goede mengsels te gebruiken met inheemse zaden (mix van verschillende granen met akkerkruiden)
- zoveel mogelijk continuïteit in dat aanbod te houden
- randen en elementen zoveel mogelijk met elkaar te verbinden
Een aantal dingen doen we gelukkig al. We zijn kritische op de keuze van onze mengsels, dankzij advies van leden die hierin expert zijn. Inzaaien doen we jaarlijks zoveel mogelijk in de herfst en op dezelfde plekken. Dat doen we nu al bijna 15 jaar in het kader van het LOP. Het verbinden van onderlinge bloemrijke akkerranden is nog lastig. Maar daar werken we aan; ook door het combineren met andere landschapselementen zoals heggen, bermen en boomrijen. Want dat alleen al is al pure winst.
En als we bloemrijke dijken erbij zouden pakken, zou het effect nog groter zijn. In onze gemeente alleen al is er 20 km dijk aanwezig. Laat staan als we dit in het hele rivierengebied zouden doen!
Als je zo langs die mooie bloemrijke akkerranden fietst, dan geniet je daar natuurlijk van. Maar wat we ons minder realiseren is dat ze minstens zo waardevol zijn voor ons eten. ‘Bloemen houden van mensen’, was ooit een bekende reclameslogan. Maar mensen hebben ook net zo hard (méér) bloemen nodig!